Behoud 1960-1980
Het is begin 1964. Het Tuinpad en omgeving ligt er rustig bij, het getjilp van enkele vogels is het enige wat er te horen is. Heel af en toe een passant die een kortere route neemt naar de Noordstraat.
De
meeste huisjes zijn onbewoond en missen daardoor het noodzakelijke
onderhoud. Het buurtje ligt er troosteloos bij.
Verschoven en afgewaaide
dakpannen, overgroeide panden, afgebladderd verf, kapotte ruiten is allemaal waar te
nemen. Enige huisjes worden nog gebruikt door de lokale middenstand als
opslagruimte.
Enkel Tuinpad 18 wordt nog permanent bewoond door de heren en mevrouw De Wilde. Het hoekhuis van Tuinpad 22-24 wordt gebruikt als atelier door heraldicus D.L. van der Meer.
In het nieuwe gemeentehuis aan het Oostelijk Bolwerk heerste ondertussen een heel andere sfeer. Doordat de rijksoverheid Terneuzen in de jaren zestig had aangewezen als groeigemeente kwam er veel nieuwe bedrijvigheid bij door ondermeer de kanaalverbreding, twee nieuwe sluizen en de komst van Dow Chemical.
Nieuwe wijken zoals de Bomenbuurt, Zuidpolder, Serlippens- en Katspolder werden uit de grond gestampt. De stad was gegroeid als kool.
Het college B&W stelde vast dat Terneuzen eindelijk was veranderd van een slapend provinciestadje tot in een moderne, bedrijvige stad. En daar past een modern centrum bij met een overdekt winkelcentrum en ruime parkeergelegenheid, "het centrum van Terneuzen moest vernieuwen" klonk in raadzaal van Terneuzen.
Al spoedig ontstond er in het oude centrum een gebrek aan parkeergelegenheid. Het één en ander leidde ertoe dat het college van B&W op het idee kwam om de panden aan het Tuinpad af te breken om ruimte te maken voor meer parkeergelegenheid. Aldus werd besloten om tot sanering over te gaan en de panden af te breken.
De aankoop van de panden Tuinpad 2-10 verliep voorspoedig, daar deze al in verre staat waren verkrot en al langere tijd niet meer bewoond waren. Echter er waren nog andere eigenaren die hun panden niet van de hand wensten te doen. Daaronder was de heer Van der Meer sr., ondernemer en heraldicus. Hij begon samen samen met de Heemkundige Vereniging de strijd aan om de panden te behouden. De panden moesten behouden blijven vonden zij.
Na jaren van de protesten van de eigenaars van de panden in het gebied en van de heemkundige vereniging, de kosten en de geringe opbrengsten, ging uiteindelijk het project om parkeerplaatsen aan te leggen niet door.
Bovendien bleken de nieuwe parkeerplaatsen aan het Schoolplein en naast het stadhuis voorlopig afdoende plaats te bieden voor het winkelend publiek en voor de werknemers in de binnenstad.
Onder: Het saneringplan van de Gemeente 1971
Enkele begraafplaatsen werden geruimd om plaats te maken voor een grote doorgaand weg (Willem de Zwijgerlaan), de arbeiderswijk Java werd vrijwel in zijn geheel gesloopt (om vervolgens twintig jaar braak te liggen), panden aan de Herengracht werden gesloopt voor het bouwen van kantoorgebouwen, oude huizen in het stadscentrum werden gesloopt voor nieuwbouw en de Axelsebrug werd vervangen door de Axelsedam.